Man die klappen kreeg verdachte in verkrachtingszaak

De officier van justitie (OvJ) wil dat een 21-jarige man de cel in gaat voor het verkrachten van een jongedame uit Zwartsluis. Dat zou zijn gebeurd op een vroege ochtend in 2018 na een keetfeest in Genemuiden. Een korte periode na dat incident zou hij door een groep jongens uit Sint Jansklooster een paar rake klappen hebben gekregen omdat hij mogelijk het meisje uit Zwartsluis had verkracht.

Dezelfde jongeman, woonachtig in Zwolle, werd ook verweten tijdens Biestemerk 2019 een jongeman met gebalde vuist in het gezicht te hebben geslagen. De OvJ wil dat de jongeman twee jaar achter de tralies gaat voor deze twee verdenkingen.

Het meisje uit Zwartsluis was in de nazomer van 2018 op een keetfeest in Genemuiden. Ze had tegenover haar ouders gezegd dat ze bij een vriendin bleef slapen waardoor ze onopgemerkt naar de keet toe kon. Aan het einde van het feestje zou de Zwollenaar er vandoor zijn gegaan op de fiets van de jongedame. Ze sprong daarna bij hem achterop de fiets. “Laten we gaan struuken duuken”, zou de jongeman hebben gezegd. Na te hebben gezoend in de bosjes trok de jongeman die vroege zondagochtend haar kleding naar beneden en werd ze naar eigen zeggen verkracht door de twintiger. Toen duidelijk werd dat het slachtoffer verdriet had op dat moment stopte de man. “Het beste is dat we dit gewoon vergeten. Het had nooit moeten gebeuren. Dit voelt zo kloten, ik kan mezelf wel wat aandoen”, stuurde hij de volgende dag per mobiel naar de Sluziger.

Verdachte ontkende donderdagochtend echter de verkrachting. Waar hij eerder bij de politie ontkende aan het meisje te hebben gezeten, verklaarde hij vanmorgen: “Het was gewoon wat flikflooien in de keet na sluitingstijd. Daarna ben ik naar huis gefietst. Ik heb haar niet verkracht. Ik bood mijn excuus aan voor dat geflikflooi in de keet.” De jongedame verklaarde na het incident, inmiddels twee jaar geleden, dat het haar niet onberoerd liet. “Ik ben bang dat ik dit nooit meer zal vergeten. Ik durfde ’s nachts niet meer alleen over straat en het ging de eerste maanden na het voorval slecht met mij. Ik droomde dat hij of een familielid bij mij langs zouden komen omdat ik aangifte tegen hem had gedaan.” Tijdens nader onderzoek werden spermasporen van de jongeman aangetroffen op het ondergoed van de jongedame.

Toen tijdens de zitting gevraagd waarom hij geen aangifte had gedaan tegen de jongen(s) uit Sint Jansklooster, die hem vanwege de mogelijke verkrachting een pak rammel hadden gegeven, zei hij: “Ik wilde het zo snel mogelijk vergeten.”

Ruim een jaar later, op Biestemerkeumpien, zou dezelfde man iemand uit Genemuiden voor het gezicht hebben geslagen. Een scheldpartij van het slachtoffer zou die avond in het verkeerde keelgat zijn geschoten van verdachte. Nadat de jongeman het woord ‘kankermoeder’ had laten vallen kreeg hij volgens de OvJ een vuist in het gezicht. Gevolgen: een kaakbreuk en meerdere gebroken tanden. De Zwollenaar ontkende: “Dat is door iemand anders gedaan, eerder op de avond. Ze willen mij gewoon zwartmaken. Die getuigen die het verklaarden zijn vrienden van het hem.”

Volgens de OvJ was er voldoende bewijs om de Zwollenaar te vervolgen voor deze zaken. De spermasporen in het ondergoed van de jongedame uit Zwartsluis versterkten dat bewijs. “Dat past niet bij wat geflikflooi in een keet”, oordeelde de OvJ. Ook vond ze dat de jongeman schuldig is aan het stompen op Biestemerkeumpien. Er werd tijdens de zitting 2 jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist. Verder wilden beide slachtoffers een financiële vergoeding van enkele duizenden euro’s. De mishandelde jongeman voor onder andere de kosten die wegkwamen en komen achter tandzorg. De dame uit Zwartsluis wil graag smartegeld voor het leed dat haar is aangedaan. De OvJ kon meegaan in dat verzoek van de slachtoffers.

De advocaat van de jongeman wil echter vrijspraak in beide zaken: “Na wat geflikflooi in de keet kan het natuurlijk zo zijn dat er sperma aan de buitenkant van haar ondergoed zit. Dit past in het straatje van het verhaal dat verdachte vertelde.”

De Rechtbank van Zwolle doet op 10 december uitspraak.